Leg de bloem gedurende ten minste één uur in de vriezer.
Doe het gist in het koude water en meng het geheel met een mixer. Meng vervolgens de eieren, de suiker en het zout ook door het water. Voeg de bloem toe en roer gedurende 2-3 minuten tot er een stevig deeg is ontstaan.
Pak het deeg in met vershoudfolie en leg het een kwartier in de vriezer.
Snijd de koude boter in plakjes en leg deze tussen twee vellen bakpapier. Druk daarna op de boter en maak zo een vierkant van 15x15 cm dat overal even dik is.
Leg het koude deeg op een blad bestrooid met bloem. Rol het deeg uit tot het een lap is geworden van 30x30 cm. Leg de boter in het midden en vouw de uiteinden van het deeg over de boter heen, zodat de boter volledig is bedekt door deeg. Leg het deeg gedurende 45 minuten in de koelkast. Het is dan koud genoeg en kan worden uitgerold.
Strooi bloem op het werkblad en rol het deeg uit tot het 1 cm dik en ongeveer 30x60 cm groot is. Veeg de bloem van het deeg. Vouw 1/3 van het deeg naar het midden en het andere 1/3-deel daar bovenop. Nu heb je deeg dat uit drie lagen bestaat. Leg het deeg gedurende 30 minuten in de koelkast. Herhaal dit proces één keer. Dan is het deeg klaar voor gebruik.
Rol het deeg uit op een werkblad met bloem tot het 0,5 cm dik is. Snijd het daarna in vierkantjes van ongeveer 12x12 cm. Plaats banketbakkersroom/jam/abrikozen in het midden van elk vierkantje en vouw de hoeken naar het midden. Leg de gebakjes op een bakplaat met bakpapier, bestrijk ze met het ei en laat ze 1-2 uur rijzen bij kamertemperatuur. Bak ze in een op 185 °C voorverwarmde oven tot ze goudbruin zijn. Laat de Deense gebakjes afkoelen op een rooster.
